Dolf en Eva verloven zich in 1939. Ze studeren geschiedenis en dan breekt de oorlog uit. Dolf moet vechten bij Moerdijk. Dolf heeft een neef die lid is van de NSB. Deze Koen probeert hem ook bij de Beweging te krijgen. Ze sluiten zich aan bij een verzetsgroep. Deze groep zorgt voor onderduikadressen en overvallen een truck met voedselbonnen. Op een terras komt Koen bij Eva zitten en pikt haar agenda uit haar openstaande tas. Daarin staan de namen en adressen van de verzetsgroep met daarbij aantekeningen. Dan ontstaan er situaties met grote gevolgen voor de hoofdpersonen.
Te verkrijgen bij:
Helaas is Vijf Verloren Jaren zowel online als in de boekenhandels tijdelijk uitverkocht. U kunt wel uw e-mail adres achter laten, dan laten wij weten wanneer deze weer te bestellen is!
Achtergrond
Toen in maart 2020 de eerste lockdown inging, was ik niet de eerste die een boek begon te schrijven. Als geschiedenisleraar had ik in de meimaand regelmatig de idee om een boek te schrijven over de Tweede Wereldoorlog. De lessen gingen hoofdzakelijk over de grote lijnen hoe deze oorlog begon, verliep en eindigde. Maar hoe gewone gezinnen deze tijd doorbrachten, daar had ik toen geen tijd voor om die sfeer over te brengen. Mijn geboorteplaats was Leiderdorp. Zelf herinner ik mij niets van deze periode. Maar ik groeide op met familie en kennissen die mij verhalen vertelden over de oorlog, die ik nooit meer vergeten ben. En toen de lockdown kwam, besloot ik een fictief verhaal te schrijven over gewone mensen, die gebeurtenissen hadden meegemaakt, zoals ik die van familie en kennissen gehoord had. De fictieve hoofdpersonen Dolf en Eva situeerde ik in respectievelijk Leiden en Wassenaar. Het boek begint bij de inval van de Duitsers op 9 mei 1940 en eindigt op 28 augustus 1945, toen de oorlog echt beëindigd werd.
Omdat de fictieve figuren gebeurtenissen meemaakten, die echt gebeurd waren, moest ik regelmatig research doen om te zien of deze feiten wel klopten. Een voorbeeld: mijn moeder kwam in de oorlog in het Zendingshuis te liggen. Ik kwam regelmatig bij haar op bezoek. Maar waarom ze in het Zendingshuis lag en niet in het Diaconessenziekenhuis, had ik mij nooit afgevraagd. Na wat speurwerk ontdekte ik dat de Duitsers dit Diaconessenziekenhuis geconfisqueerd hadden en moest alles uit het officiële ziekenhuis naar het Zendingshuis overgebracht worden. Drie oktober, het feest van de ‘Leienaar’, mocht niet gevierd worden. In oude kranten vond ik vele anekdotes, waarop er die dag van alles gedaan werd om de bezetter openlijk dwars te zitten.
In de lockdowns was het een prettig tijdverdrijf al deze verhalen in een roman te verwerken.Ik heb de twee studenten gevolgd tijdens hun studie aan de Leidse Universiteit. Een universiteit die als eerste gesloten werd, omdat de leiding het opnam voor joodse collega’s.
Maar ook om de sfeer aan te geven van een periode waarin de meeste gezinnen geen telefoon hadden en alleen radio en ’s avonds spelletjes deden die vandaag de dag als kneuterig bestempeld zouden worden. Ze moesten elke avond weer hun huizen verduisteren en altijd maar weer rekening houden met de avondklok. Samenscholingen waren verboden, maar de voetbalcompetitie ging gewoon door. Er werden twee Elfstedentochten verreden (1941 en 1942) die in eerste instantie verboden waren.
Uiteindelijk werd ‘Vijf verloren jaren’ een spannend geschiedenisverhaal, dat vanaf de eerste bladzijde de lezer, van jong tot oud, zal blijven boeien. Voor oudere lezers een oorlogsroman vol met herkenbare feiten, terwijl de jongeren met verbazing zullen lezen hoe onderduikers – ondanks vele waarschuwingen – toch naar de kampioenswedstrijd op 22 mei 1944 gingen kijken, die tussen de Volewijckers en Heerenveen plaats vond. Om na afloop opgepakt te worden en om daarna op de trein gezet te worden richting Duitsland…